Beschrijving van bruggenhoofd Gent.

Gedetailleerde beschrijving van de bunkers en hun bewapening.

Een overzicht van enkele steeds terugkomende zaken. Hieronder vindt u het verhaal horende bij de ooit bedoelde maar nooit definitief geplaatste anti-tankhindernissen aan TPG.

Het gebruik van anti-tankhindernissen aan bruggenhoofd Gent.

Net zoals bij de later opgerichte Belgische bunkerlijnen zoals de KW-linie en de lijn Ninove-Waver werd ooit beslist ook Bruggenhoofd Gent bijkomend te verdedigingen met continue anti-tankhindernissen. Deze zouden een 200 tal meters voor de voorste bunkers op de linie geplaatst dienen te worden en zo direct bereikbaar zijn van de voorlinie van de bunkers sterk bemoeilijken. In de zone tussen Semmerzake en Kwatrecht zouden deze het onderwerp van verdediging uitmaken van de vooruitgeschoven bunkers (Av-bunkers). In de zone tussen Eke en Astene werden deze gecombineerd met overstromingsgebieden.

Dit gebeurde standaard door het gebruik van "Belgische Poorten". Foutievelijk worden deze ook wel eens "Cointetelementen" genoemd maar dit zijn 2 totaal verschillende zaken.

Rechts: Contetelementen zoals gebruikt aan de KW-linie (Foto: Replica)

In praktijk zou er enkel een aanvang mee genomen worden voor een zone van 10 km lang met maar liefst 2800 Belgische Poorten in de zone tussen Astene en Eke.

Korte beschrijving van een Belgische Poort

1 enkele Belgische poort omvatte op die manier:

  • 1 paneel van 3.20 m x 2.70 m (336 kg)
  • 2 panelen van 3.35 m x 1.60 l (2x 94 kg)
  • 1 paneel van 3.00 m x 2.40 m (481 kg)
  • 2 rollen van 77 cm en diameter 30 cm
  • 1 rol van 55 cm en diameter 30 cm
  • Een wielsteun voor achteraan
  • De nodige assen voor deze rollen en toebehoren
  • 39 bouten M22 50 mm lang en 6 bouten M22 60 mm
  • 45 moeren M22

Het gewicht van een individueel element bedroeg op die manier ongeveer 1300 kg.

De originele offerte uitgeschreven voor TPG maakt sprake van de productie en levering van 2800 Belgische poorten. De producent diende mee in te staan voor de levering van deze elementen in de door de Belgische Genie voorziene stations van Deinze, Eke en Gavere. Daarna dienden zij ook nog in te staan voor het verdere transport naar de werven waar ze door of onder toezicht van de Belgische Genie zouden op hun definitieve standplaats kunnen worden gemonteerd en opgesteld.

Eenmaal de levering startte, diende dit te gebeuren aan een dagelijkse cadans van 100 a 150 elementen per dag. De aannemer mocht factureren per 500 geleverde elementen.

Schade die zou ontstaan door transport of verkeerd manipuleren van onderdelen tijdens transport diende op kosten van de leverancier vervangen of hersteld te worden.

Links: Een nog bestaand museummodel van een dergelijke Belgische Poort (Foto: Replica) - Rechts: Schets van een dergelijke Belgische Poort uit het Duitse Denkschrift über die Belgische Landesbefestigung, een Dutise studie uit 1941 van het Belgische militaire verdedigingssysteem.

Deze poorten haalden hun sterkte maar door ze in eindelozen reeksen aan elkaar te koppelen en zo een doorgang voor soms kilometers ver te verhinderen, zeker als deze poorten bijkomend onder vuur werden genomen door beschermende bunkers.

2 foto's van dergelijke aaneengesloten elementen nabij de KW-linie. (Foto's: Replica)

Om het niet al te gemakkelijk te maken om deze aaneengesloten obstakels te verplaatsen, werden deze elementen geregeld vastgelegd aan "bornen". Een soort van metalen meerpalen gekoppeld aan een grote massieve betonnen blok. Er bestonden van deze bornen, 2 modellen. Een model dat bovengronds stond en een model dat volledig werd ingegraven.

Bovengronds model

Ondergronds model

Originele plannen: Koninklijk Legerarchief - De Moskou-archieven

Onvolledige briefwisseling gekoppeld aan het gebruik van deze Belgische poorten aan TPG

4 Oktober 1939. Beslissing tot opstarten procedure tot het plaatsen van een aaneengesloten Anti-tankhindernis tussen de Leie (Astene) en de Bovenschelde (Eke) aan TPG. Deze verdediging diende onder vuur gehouden te kunnen worden door de aanwezige voorliniebunkers van TPG en deze op die manier te bewaken. Ze zou daarvoor ongeveer 200 m vooruit liggen op de voorlijn van de bunkers. Er moest ook zoveel mogelijk gemaakt worden de hindernis niet te opvallend te maken in het terrein.

14 Oktober 1939. Vraag tot leveren nodige werkingsmiddelen om de anti-tanklijn te kunnen bouwen. Dit dient geleverd en afhaalbaar te zijn in het station van Sint Denijs Westrem:

  • 96 moersleutels M22
  • 56 hamers van 900 gr
  • 48 hamers van 700 gr
  • 48 pincen (puntvormige lange staven)
  • 36 koevoeten
  • 20 jalons
  • 300 m koord
  • 24 schoppen
  • 16 spades
  • 16 bijlen
  • 20 beitels
  • 8 (dames en bois?)

16 Oktober 1939. Enkele interne bedenkingen over hoe de werken uit te voeren:

  • Als de nodige werkkrachten gingen gezocht worden bij opgeëiste werklozen, ging het rendement en de organisatie zeker spaak lopen.
  • De periode tot de werken in uitvoering zouden gaan, was ook te kort om nog via de officiële wegen deze proberen te gunnen aan een firma gespecialiseerd in dergelijke werken.
  • De meest werkende manier zal dan ook allicht het inzetten worden van eigen militaire eenheden die hiervoor geschikt zijn. Genietroepen en hulptroepen van het leger.
  • Er zal intern binnen de legereenheden gepolst worden achter ketelmakers, metaalwerkers en mechaniekers. Men zou op die manier ongeveer 300 man willen ronselen en zelfs tijdelijk ook op dat moment uitbetalen zoals ook andere dergelijke arbeiders zouden betaald worden voor dergelijk werk.

25 Oktober 1939. Vraag binnen de miltaire organisatie volk te voorzien voor de uitbouw van het project.

28 Oktober 1939. Voorstel tot tijdelijke oprichting van enkele in betonstenen gemaakte kleinere structuren tijdens de bouw van de hindernis.

10 November 1939. Een compagnie van 8e TAA (hulptroepen bij het leger) zal komen de lijn uitzetten waar de anti-tankhindernis moet komen te liggen in de zone tussen Leie en Schelde.

13 November 1939. Enkele losse opmerkingen bij het voorziene tracé voor het plaatsen van de anti-tankhindernissen. Dit vermeldt onder andere enkele kleine aanpassingen ter hoogte van de Beekstraat en de Bosstraat.

14 November 1939. De Belgische Genie voorziet het budget van 100.000 BEF voor de maand Januari en 50.000 BEF voor de maand Februari voor de uit te voeren plaatsingswerken van de elementen. Dit is gebaseerd op onderstaande opdeling:

  • Organiseren levering goederen verdeeld over 3 stations: 135100 BEF
  • Taxen ten koste van de staat: 3800 BEF
  • Bijkomende transporten naar de werven: 8000 BEF

Dit geeft een totaal van 146900 BEF en gebaseerd op een offerte van "Garage du Marais".

16 November 1939. Intern doorgeven dat er een offerte is van Garage du Marais die kort aansloot bij de prijs die voor het transport intern was voorzien.

Opstellen van clausules voor de tractoren die bij de werken dienen gebruikt te worden. Men verdubbelt de prijs voor gebruik van de tractoren naar 500 BEF per dag. De firma die de werken uitvoert zal voor aanvang van de werken 30000 BEF voorschot ontvangen die daarna opnieuw in mindering moet worden gebracht.

28 December 1939. Opdracht om eenheden van de TAA (hulptroepen van het leger) die voorheen al dergelijke elementen monteerden en plaatsten in Antwerpen en Nivove (lijn Waver-Ninove) over te brengen naar deze regio om hier hetzelfde werk opnieuw uit te voeren.

9 Januari 1940. De Firma Huis Nobels-Peelman wordt er aan herinnert dagelijks minimum 50 elementen aan te leveren in de stations van Gavere of Deinze. Dit komt neer op 10 treinwagons per dag. Er blijken al enkele dagen vaststellingen dat deze aantallen niet worden gehaald. Men stropt meestal op 8 wagens (40 tal elementen per dag).

11 Januari 1940. Aankoop van in totaal 48 moersleutels M22 en 24 pincen voor de montage van de elementen bij de firma Société Métalulurgique d'Enghien-Saint-Eloi.

12 Januari 1940. De Belgische Genie voorziet het budget van 100.000 BEF voor de maand Februari en 50.000 BEF voor de maand maart voor de uit te voeren plaatsingswerken van de elementen. Alles is dus voorlopig identiek maar 1 maand opgeschoven.

Er worden tevens 2800 beugels (specifieke functie?) besteld voor de 2800 bestelde anti-tankhindernissen voor een totaalprijs van 7437.50 BEF. Deze dienen voor de aanvang van de maand februari geleverd te worden.

De Firma Nobels-Peelman levert geleidelijk aan samen te stellen anti-tankhindernissen in het station van Gavere.

25 Januari 1940. De Belgische Genie stuurt 2 bataljons van de 5e TTA (hulptroepen bij het leger) naar de zone waar de werken dienen uitgevoerd te worden om het nodige manuele werk bij het plaatsen van deze elementen te kunnen helpen uitvoeren.

Deze dag krijgt de Belgische Genie ook de melding dat de firma Nobels Peelman wegens personeelstekort zijn productie van anti-tankhindernissen van 50 stuks per dag, onmogelijk kan aanhouden. Hun huidige bezetting laat nog maximaal 30 stuks per dag toe.

Gelijktijdig komen ook berichten binnen dat net alle elementen voor de lijn Waver - Mont Saint Guibert waren geleverd (1958 stuks). Er was blijkbaar wel nog een beperkte overproductie van 215 stuks in een fabriek in Nijvel en 167 stuks in Edingen. Enkele andere productie-eenheden zaten toen ook al zonder voorraden. Dit was zo in Ougree, James en Canon Le Grand. Deze elementen hadden op dat moment nog geen bestemming en konden eventueel ook naar TPG gebracht worden.

27 Januari 1940. Het regelen van een afspraak met de firma Sabeac (Société Anonyme Belge d'Exploitation d'autos Chenilles) voor het aanleveren van tractoren om de elementen ten velde gemonteerd te krijgen.

29 Januari 1940. Actualiseren eisen gesteld aan gebruikte tractoren van het het type Citroën Kegresse naar de firma Sabeac toe.

4 Februari 1940. Belgische Genie kondigt aan bijkomende afspraken te zullen maken voor het ter plaatse krijgen van de elementen op de werven vanuit de stations.

6 Februari 1940. Nooit zelf gezien document. De Belgische Genie zou opdracht krijgen de reeds aan TPG geleverde elementen opnieuw te verladen in de stations van Gavere en Deinze om deze door te transporteren naar de meer dringende af te werken anti-tanklijn tussen Leuven en Namen. Tragisch genoeg een lijn die nooit echt bevochten is geweest en zo goed als zonder slag of stoot achtergelaten.

7 Februari 1940. Belgische Genie maakt maakt aangepaste clausules op naar Sabeac op basis van bestaande contractvoorwaarden. De grootste verschillen met originele offerte van toen is dat er minimum 25 a 30 tractoren ter beschikking dienen gesteld te worden. Daarnaast moeten er ook nog eens 5 a 6 reservetractoren zijn die niet gefactureerd mogen worden zolang niet effectief gebruikt. Alle tractoren moeten rupsvoertuigen zijn. Dit zou perfect kunnen kloppen met de nieuwe opdracht opnieuw alles dat al was geleverd door te sturen naar de lijn Leuven-Namen.

12 Februari 1940. Aankondigen dat de firma "Garage du Marais" het transport van elementen op zich zal nemen vanaf de verschillende aangeduide stations (Deinze, Eke en Gavere) naar de specifieke werven op het terrein. Grotendeels zal alles reeds zoals het toekwam in die stations geleidelijk ten velde geplaatst geweest zijn en omgekeerd terug naar de stations van Deinze en Gavere gemoeten hebben.

26 Februari 1940. In gebreke stelling Sabeac van de Belgische Genie voor stilstand van tractoren betrokken bij de werken voor het plaatsen van de elementen. Men eist in totaal 3250 BEF terug omwille van stilstand van hun machines buiten hun wil omdat de Belgische Genie zelf de werken soms stil legt.

29 Februari 1940. Tegenreactie Belgische Genie naar Sabeac omdat zij voor 100 werkdagen (250 BEF per dag) tractoren hadden besteld en er op dat moment nog altijd maar voor 90 werkdagen werk was uitgevoerd. Ze brengen dus in wederwoord dat ze in feite ook 5000 BEF zouden kunnen wedervorderen van Sabeac.

4 Maart 1940. Intern binnen Genie aanmodderen over factuur Sabeac voor stilstand machines.

6 Maart 1940. Facturatieproblemen met firma Entreprise St An (Garage du Marais) voor transport van elementen. Het probleem met facturen blijkt tijdens deze werken een constante te zijn.

12 Maart 1940. Schrijven van de aannemer Sabeac naar de Belgische Genie omdat een aantal ter beschikking gestelde tractoren al geruime tijd niet werden gebruikt en alles om de werken verder te zetten aanwezig was. Allicht had dit te maken met de beslissing de elementen gemonteerd aan TPG alsnog daar te demonteren en te verhuizen naar een andere regio waar ze hoogdringender werden beschouwd.

Alles wat in dossiers van de Moskou-archieven gevonden kon worden over dit thema stopt rond deze datum (2 maand voor Duitse inval).

via mailverkeer met de Werkgroep KW-stelling (Wim Tuyteleers) kon ik nog doorkrijgen dat er via in totaal 5 verschillende productiesites Belgische Poorten zouden geleverd zijn voor Bruggenhoofd Gent. Er zouden er zelfs "ooit" 1720 / 2800 die zouden geleverd dienen te worden, afgeleverd geweest zijn in de stations van Gavere en Deinze. Deze hebben dus ook allicht zo goed als allen ooit ten velde gestaan.

Ten tijde dat Bruggenhoofd Gent in de meidagen 40 werd gebruikt is er alvast nergens nog enige melding over deze anti-tankhindernissen op dit stuk van de linie die er zeker ooit moeten geweest zijn. Dit laat ook vermoeden dat deze er toen zeker niet meer waren. De ooit geplaatste en opnieuw weggehaalde Anti-tankhindernissen aan TPG zullen allicht altijd een mysterie blijven.

  • Gebruikte bronnen:
  • Originele plannen en geraadpleegde documenten: Koninklijk Legerarchief - De Moskou-archieven
  • Onderzoek hierover reeds gedaan door Wim Tuyteleers voor de elementen geplaatst aan de KW-linie